Brugge, dat in zijn geheel op de werelderfgoedlijst van de UNESCO staat, heeft een prachtige binnenstad vol historische gebouwen en kleine straatjes. U kijkt er dan ook echt uw ogen uit. Met een kerstmarkt, een ijsbaan en een ijssculpturenfestival, waar meer dan vijftig kunstenaars van over de hele wereld hun ijskunst laten zien in het eerste digitale ijsmuseum ter wereld.
Een leuke tip is om de stad eens per koets te bekijken. Dit past helemaal bij deze tijd van het jaar, als u, lekker warm onder een dekentje, door de kronkelende straatjes van Brugge wordt gevoerd. Straatjes waar u waarschijnlijk anders nooit zult komen. De koetsier vertelt u alles over de historie van de stad en stopt wat langer bij het Begijnhof. Benieuwd op welke manieren u Brugge nog meer kunt ontdekken? Lees het hier.
Stadswandeling
Gaat u liever te voet op verkenning, dan is het slim om aan te sluiten bij een stadswandeling. U wordt dan langs allerlei historische gebouwen geleid, maar komt ook op allerlei wat verborgen plekjes. Deze wandeling, voor maximaal zestien personen, start dagelijks om 14.30 uur vanaf het dakterras van het concertgebouw. Hier hebt u ook meteen een prachtig uitzicht over de stad. U ziet bijvoorbeeld het Belfort, de grootste toren van Brugge, met zijn hoogte van 83 meter. Deze toren heeft een Beiaard met maar liefst 47 luidklokken die op woensdag, zaterdag en zondag uitgebreid bespeeld worden. Wie puf heeft, kan de toren zelfs beklimmen; het zijn ‘maar’ 366 treden.
Maar wandelschoenen of niet, het is eigenlijk vanzelfsprekend dat u Brugge via het water moet bekijken. Er zijn zoveel kanaaltjes en bruggetjes, een rondvaart is echt de moeite waard, vooropgesteld dat het niet gevroren heeft natuurlijk. Een rondvaart is wel dé meest toeristische attractie van Brugge, dus het kan op de reien wel erg druk zijn met bootjes.
Jan van Eijk
Brugge was van de dertiende tot en met de vijftiende eeuw het handelsknooppunt in Europa. Deze sfeer is nog precies terug te vinden op het Jan van Eijkplein, het oude hart van de stad, met het standbeeld van een van de beroemdste schilders van België, Jan van Eijk. Om het plein staan het Tolhuis, het Pijndershuis en de Poortersloge, een zeer opvallend gebouw met een toren waar in de late middeleeuwen de poorters, oftewel de rijke burgers, vergaderden in het Genootschap van de Witte Beer.
Brugge is echter niet alleen bekend om zijn historie maar is ook een van de beroemdste gastronomische centra. Van alle restaurants in de binnenstad zijn er maar liefst 35 vernoemd in befaamde gidsen, zoals die van Michelin. Eén daarvan is Patrick Devos, midden in het centrum. In een prachtig historisch pand kunt u heerlijke biologische gerechten eten, vergezeld van een goed glas wijn.
Brugse Zot
Eigenlijk is Brugge de stad van het bier. Onder de stad door loopt zelfs een maar liefst 3,3 kilometer pijplijn, die de talloze kroegen voorziet van het nodige goudgele vocht. Deze pijplijn, aangelegd door de enige Brouwerij die Brugge nog rijk is, De Halve Maan, zorgt niet alleen voor aanvoer van bier, maar maakt ook de binnenstad een beetje schoner omdat er geen vrachtwagens meer hoeven te rijden. De pijpleiding loopt onder andere naar Bierbrasserie Cambrinus, dat naast de uit de brouwerij afkomstige Brugse Zot en Straffe Hendrik, nog vierhonderd andere soorten bier op de kaart heeft staan.
Natuurlijk is het in Brugge ook meer dan de moeite waard te gaan winkelen. De stad heeft een eigen keten van speciaalzaken die onder de naam Local Love de meest uiteenlopende producten aanbieden. Al met al is Brugge dus dé stad voor een paar dagen of een weekendje weg in de winter.