Feit is in elk geval, dat de natuur in deze periode op haar mooist is. Met de variaties in kleur en met de lichtinval, die net iets zachter is dan een paar weken eerder, kunt u werkelijk de mooiste plaatjes schieten. Wat dacht u bijvoorbeeld van een foto van een zandverstuiving of van een zeearend? Of van een beverburcht, waar u de afgeknaagde boomstammen kunt zien liggen? Wist u dat u al deze foto’s kunt maken in één en dezelfde provincie? Noord-Brabant vormt immers bijna een aaneenschakeling van zeer diverse natuurgebieden. Het is beslist de moeite waard hier eens doorheen te trekken en met stuk voor stuk Instagramwaardige foto’s naar huis te gaan. Wij wandelen met u mee.
De Biesbosch
We beginnen op de grens van de provincie Zuid-Holland, aan de zuidkant van de Merwede, in Nationaal Park De Biesbosch. Een natuurgebied met zoetwatergetijden, riviereilandjes en talloze zand- en slibplaten. Het gebied ontstond zo’n duizend jaar geleden, toen er, vanwege de vruchtbare grond, een aantal nederzettingen werd gesticht waarbij vele dijken en dammen gebouwd. In 1491, tijdens de Elisabethvloed, braken deze dijken door en stroomde er zout water het gebied binnen. Hele dorpen werden overstroomd en meer dan tweeduizend mensen lieten het leven. Sindsdien is er veel veranderd. Hogere dammen werden gebouwd en een dijk doorkruist nu het hele gebied. Dit alles maakt het tot het natte natuurdomein dat het nu is. Met prachtige flora en fauna. Zo zijn er bevers te spotten, lopen er Hooglanders en waterbuffels en voor wie goed zoekt, zijn er zelfs sporen van een otter te vinden. En wilt u eens een apart soort plant voor uw lens, stel dan eens scherp op de heerlijk ruikende Reuzenbalsemien.
De Loonse en Drunense duinen
Trekken we zo’n dertig kilometer zuidelijker, dan komen we in een totaal andere omgeving. Daar vinden we de ‘Brabantse Sahara’, oftewel Het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. Deze enorme droge zandverstuiving van ruim 3500 hectare, dateert van de late middeleeuwen toen door houtkap, overbegrazing en het steeds opnieuw plaggen van de heide, enorme kale plekken in het landschap ontstonden. Neem daarbij de 80-jarige oorlog - waarin de ‘tactiek van de verschroeide aarde’ veelvuldig werd toegepast en het land werd platgebrand - en de wind deed vervolgens de rest. Die had vrij spel, waardoor hele dorpen onder het zand begraven werden, waaronder het plaatsje Efteling.
De Oisterwijkse vennen
Gaan we twintig kilometer oostelijker, komen we opnieuw in een volledig andere wereld, die van de bossen en vennen rondom Oisterwijk. Ieder ven is een plaatje op zichzelf, wat komt door de enorme variëteit in ontstaanswijze en dus in vorm. Zo zijn er vennen die een restant vormen van een oud smeltwaterdal en vennen die ontstaan zijn door winderosie. Neem daarbij de zeldzame planten, zoals biesvaren en oeverkruid en uw fotoalbum is geweldige plaatjes rijker. Een van de vennen, het Wolfsputven, is zelfs een aardkundig monument. U ziet hier prachtig de ontstaanswijze van een ven.
Strabrechtse heide
Als laatste trekken we nog veertig kilometer verder naar het oosten, om uit te komen op de Strabrechtse Heide, een bijna 1.500 hectare groot natuurgebied met uitgestrekte, in bloei staande heidevelden. Hierop grazen momenteel zo’n 350 heideschapen. In het midden ligt de Galgenberg, opnieuw een klein stukje stuifzand. Eveneens midden in dit gebied vinden we De Plaetse, met een insectentuin, een insectenhotel, met bijenkasten en met een prachtige vlindertuin, waar zeer uiteenlopende vlindersoorten te zien zijn.
